Het verhaal 3

De cardanas
De cardanas, die de verbinding tussen het motorgedeelte en de achterwiel-aandrijving is, speelt een belangrijke rol bij het confortabel rijden. Vaak wordt hier weinig of geen aandacht aan besteed. Onbalans geeft trillingen door de hele auto. Uitgaande dat de auto geen crashes heeft moeten doorstaan, zal het met de onbalans wel meevallen. Een ander punt zijn de kruiskoppelingen, die de overbrenging flexibel maakt. Dit is nodig als de achteras door de vering beweegt en de motor op zijn plaats blijft.
Deze kruiskoppelingen (voor en achter) bevatten ieder vier naald-lagers. Hierin kan in de loop der tijd speling komen. Deze heb ik vernieuwd. Er bestaan twee soorten kruiskoppelingen. Met en zonder smeernippel. Omdat er bij mij geen smeernippels op zaten heb ik gekozen om ook de nieuwe hier niet van te voorzien.
De cardan bestaat uit een flens, een kruiskoppeling, 1e deel cardanas, 2e deel cardanas (kunnen over elkaar schuiven voor lengte variatie), een kruiskoppeling en weer een flens. Beide flenzen zitten met vier bouten en vier moeren vast. En zoals in mijn geval ook echt goed vast. Ik heb zelfs een bout moeten afslijpen. Let goed op, dat je hierbij geen schade aan richt aan de flens zelf (onbalans). Bij het aanschaffen van een nieuwe bout, moet je zorgen dat je de originele maat krijgt. Vervangen door een metrische maat geeft problemen bij het monteren, omdat de kop van de bout in de weg zit bij het plaatsen hiervan. Voordat de cardan verwijderd wordt, zet je met vetkrijt een streep over beide flenzen heen, zodat je bij latere montage de zaak in de zelfde positie kan brengen. Dit geld voor zowel de voor- als achter- zijde.
Als de totale cardanas onder de auto vandaan is, kunnen de vier klemveren die de kruiskoppeling borgen verwijderd worden. Nu kan, door een stukje koperen pijp op een van de uiteinden te plaatsen en daar met een hamer op te tikken, de kruiskoppeling verschoven worden, zodat de tegenovergestelde lager uit de kruiskoppeling komt steken. Zet deze in de bankschroef en trek de lagerdop er af. De naalden van het lager liggen los en kunnen er uitvallen. Geen paniek, deze worden toch vernieuwd. Ga op de zelfde wijze te werk met de andere lagers. Als alle lagers los zijn, kan het kruisstuk verwijderd worden. Ga nooit vijlen of schuren aan de gaten waar de lagers in klemmen! Gebruik kruipolie om evt. roest te verwijderen.
De montage van de nieuwe kruiskoppeling is net andersom. Dus eerst het kruis plaatsen. Dan de naalden met vet op hun plaats brengen in de lagerbussen. Dan de bussen van buitenaf, evt. weer met behulp van het stukje koperenpijp en een hamertje, plaatsen. Let er hierbij goed op, dat de naalden op hun plaats blijven! Is dit niet zo, dan weer los maken en opnieuw beginnen. Zijn alle vier de lagers geplaatst, dan kunnen de borgveren weer geplaatst worden. Gebruik hiervoor bij voorkeur nieuwe exemplaren in verband met de afnemende veerkracht. Zijn beide kruiskoppelingen gemonteerd, dan kan de geleiding voor de lengte variatie voorzien worden van nieuw vet. Nu is het zaak om de cardan weer in de originele positie terug te plaatsen. Let hierbij op de strepen vetkrijt. Gebruik locknuts (met nylon voering) om te voorkomen dat de zaak zich loswerkt.
Het resultaat zal zijn, dat de auto een stuk rustiger rijdt!

Nog meer rust.
Ook een goede vloerbedekking zorgt voor  geluiddemping. Bij Leen Bakker heb ik een stuk vloerbedekking van de rol gekocht. Zwart grof-nylon met een grijs draadje leek mij het mooist bij de zwarte bekleding passen. Ook de bagageruimte heb ik hier mee bekleed. Het is niet alleen mooi, maar ook effectief.

De remmen
Natuurlijk zijn de remmen onderworpen aan mijn kritische blik. Als eerst gingen de wielen er af. De remcilinders bleken al vervangen te zijn door de vorige eigenaar. De remblokken voor, waren aan vervanging toe. Op zich niet zo'n moeilijke klus.
Pers met behulp van een grote schroevendraaier de remschoenen zo ver mogelijk terug. De remschijven niet beschadigen! Verwijder de borgpennen en de veerplaatjes, die de blokken op hun plaats houden. De blokken kunnen nu verwijderd worden. Breng wat kopervet aan bij de remzuigers en druk deze zuigers zo ver mogelijk naar binnen. TRAP NOOIT OP DE REM ALS DE BLOKKEN GEDEMONTEERD ZIJN. plaats de nieuwe blokken. Let op dat de evt. aanwezige 'anti piep plaatjes' tussen de blokken en de remcilinder niet wordt vergeten. Plaats het veerplaatje en de borgpennen en de klus is geklaard. De remleidingen waren van staal. Een lichte roestvorming was op een enkele plaats te zien. Vooral met de remmen moet geen enkel risico genomen worden, dus besloot ik alle leidingen te vervangen door een koperen uitvoering. Deze roesten niet en ik heb er dus geen omkijken meer naar. Koperen remleiding is per meter te koop en per set met voorgemonteerde koppelingen. Er zijn vele soorten setjes, afhankelijk van rechts/links gestuurd, 1 of 2 remcircuits, rembekrachtiging of niet en leeftijd.

Ik koos voor leiding per meter. Een pijpensnijder had ik al. Op lengte maken met een zaag moet je niet doen, in verband met verstopping van de leiding. Om goede dichte verbindingen te maken met de knelmoeren moest er een perssetje aangeschaft worden. Dit is een gereedschapje, waarmee je een kraag op de uiteinden van de koperen leiding kan persen en bestaat uit een klem, een persmechanisme (lijkt op een poulytrekker) en dopjes voor verschillende sorten kragen. De oude leidingen kunnen als voorbeeld gebruikt worden voor de nieuwe. Het monteren van de leidingen is best een leuk karweitje vind ik. Ook de drie flexibele rubberen slangen, die in het remcirquit voorkomen, bij de voorwielen en de achteras, heb ik meteen vervangen door typen met stalen ommanteling. Nu weer nieuwe remolie in de container schenken. Om de leidingen te ontluchten heb ik een appelmoespot met schroefdelsel gebruikt. Tevens bij de aquariumwinkel een luchtslangetje en een terugslagklep hiervoor hehaald. Dit slangetje met klep, door een gat in de deksel van de appelmoespot gestoken, zodat de klep open gaat als er iets de pot in stroomt en sluit als de stroom de andere richting op is. Achter iedere rem, zit een ontluchtingsnippel, waar één voor één het slangetje op wordt geklemd. Met een klein steeksleuteltje kan de nippel worden geopend. Nu enkele malen op de rem trappen, totdat er geen luchtbellen meer te zien zijn in het slangetje naar de appelmoespot. Vul regelmatig de remvloeistof bij. Begin deze procedure met het wiel, dat zo ver mogelijk van de remcylinder, of van de rembekrachtiging, af zit en werk zo terug. Voelt het rempedaal na deze handelingen 'zacht' aan, dan zit er nog steeds lucht in de leidingen. Herhaal dan de procedure.